De keuze om klein te blijven

In alle analyses over de wereldwijde crises die het voorbije jaar de revue passeerden heb ik wel iets gelezen over schaalgrootte. Of het nu ging om de financiële crisis, de bankencrisis of de klimaatcrisis, veel instituties enorganisaties lijken zodanig groot geworden te zijn dat ze niet alleen slecht beheersbaar zijn geworden, maar zich ook vervreemd hebben van de menselijke maat. De schreeuw om kleinschaligheid is zo langzamerhand oorverdovend: mensen moeten weer eigenaarschap kunnen nemen over hun eigen werk. Al meer dan een decennium is het imperatief: hoe groter, hoe beter en hoe goedkoper. Het tegendeel blijkt het geval te zijn.  Of het nu gaat om banken, zorginstellingen of onderwijsinstituten: de zich in hoog tempo opvolgende fusies hebben de kosten van producten en diensten laten toenemen, de klanttevredenheid achteruit doen hollen en de
medewerkers vervreemd van het werk, van de passie waar zij ooit voor gekozen hadden.

Velen in onze contreien pleiten daarom voor een terugkeer naar het aloude Rijnlandse model, waarin waarden en niet waarde de boventoon voert, waarin samenwerking het succes bepaalt en vakmanschap wordt gewaardeerd.

Daarmee zet men zich direct af tegen het verfoeilijke Anglo-Amerikaanse model dat alleen maar gericht is op snel geld maken, top-down-management en de mens als inwisselbaar productiemiddel.

Tegen deze achtergrond is het op zijn minst verrassend dat een van de aardigste pleitbezorgers van kleinschaligheid van overzee komt: het boek Small Giants van Bo Burlingham. Geïnspireerd door het alom geprezen werk van Jim Collins, is de auteur op zoek gegaan naar bedrijven die expliciet en zeer bewust de keuze hebben gemaakt om klein te blijven in plaats van groot te groeien. Op aansprekende en persoonlijke wijze neemt Burlingham ons in mini-casestudies mee in de vaak moeilijke en pijnlijke keuzen die allerlei ondernemers van kleine en middelgrote bedrijven hebben gemaakt om de menselijke maat te behouden in hun organisaties. Keuzen die hun uiteindelijk veel gebracht hebben.

Hoe verschillend de bedrijven als Anchor Steam en Clif Bar uit zijn boek ook zijn, een aantal kenmerken lijken zij gemeenschappelijk te hebben, zoals:

  • Een voor iedereen heldere visie
  • 1-op-1-relaties met klanten en leveranciers
  • open-boek-management richting medewerkers
  • dienend leiderschap
  • maatschappelijke betrokkenheid
  • streven naar de hoogste kwaliteit
  • zeer gezonde financiële bedrijfsvoering

Een van de verdiensten van de auteur is dat hij niet dogmatisch is. Kleinschaligheid is niet per definitie beter dan grootschaligheid; het is wel een bewuste keuze. Je hoeft niet per se groot te worden om succesvol te zijn; maat houden is veel belangrijker.

Graag ga ik op zoek naar organisaties in Nederland die, net als het OORnetwerk een bewuste keus hebben gemaakt om klein te blijven en daar succes aan ontlenen. Wat maakt het succes van deze organisaties, wie zitten er achter en wat drijft hen?

Daarom doe ik een oproep aan iedereen die dit leest om met mij deze zoektocht aan te gaan.

Reacties

Reageer